Dag Matroos!

Een kleuterschoolfoto. Een matrozenpak. Wit met donkerblauwe knoopjes, boorden en…. Een echte matrozenkraag! Wat voelde ik me gelukkig als ik dit aan had, Ik weet het nog goed. Zoals ik ook nog weet hoe het voelde dat het matrozenpak steeds kleiner werd. Wat natuurlijk niet zo was, ik werd groter.

Thuis maakte het boekje ‘De Matroos’ van Dick Bruna diepe indruk op mij. Matroos gaat van huis en vaart met z’n boot de zee op. In een land van sneeuw en ijs, ver weg, ontmoet hij aardige mensen. (Nu spreken we van Inuit maar in de tijd van Matroos mocht je nog Eskimo’s zeggen.) Matroos en ik, samen in een matrozenpak, stiekem waren we dikke vrienden.

Zee, water, eilanden, vuurtorens, boten, ver weg gaan, alleen zijn… Destijds kon ik de woorden er niet aan geven, maar voelde ik onbewust wel dat dit was wat ik nodig had om me helemaal Klaas te voelen. Ooit kreeg ik van een oom een wereldbol en als we op vakantie gingen, keek ik meteen op de wereldbol of het wel dichtbij zee was. Als dat dan niet zo was, kreeg ik het bij voorbaat al een beetje benauwd. Als we op vakantie naar de bergen gaan, dan alsjeblieft wel een camping bij een groot meer.

Hoe leuk Oostenrijk en Zwitserland ook waren, Texel, Denemarken en Noorwegen waren toen de landen waar ik me vrij voelde, en nog steeds. En toen zat ik in de vijfde klas en leerde ik van een aardige meester die gek was op aardrijkskunde dat er een land was waar het minstens zo ruig, ruimtelijk en vrij was als Noorwegen: IJsland. Land van sneeuw, ijs en ook nog vulkanen. Bij mij ging er toen iets AAN!

We leerden bij hem ook hoofdsteden van landen, dus ook van IJsland. Ik zag ‘REYKJAVIK’ en het flitste door mij heen: ik moet naar IJsland en ik moet daar alleen naartoe. Ik herinner me dit nog heel goed. Want in REYKJAVIK zag ik de initialen van mijn voornamen en achternamen, KJAVL, terug. Net niet helemaal, maar de L en de I waren bijna hetzelfde, vond ik. Het land riep mij, dat was duidelijk.

Er volgden veel jaren waarin ik wel tijd had om naar IJsland te gaan maar geen geld en jaren waarin ik het geld wel had maar geen tijd. Totdat een goede bekende onverwacht kwam te overlijden, wat mij deed beseffen dat het leven zo maar afgelopen kan zijn. En nú ga ja naar IJsland!, flitste door mij heen. Een reflexmatige actie, sneller dan dat ik het kon bedenken.

Kort daarna had ik een retour Keflavik, een huurauto en een eerste overnachting geregeld. Wat daarna kwam, zou ik op dan wel zien. Twee weken alleen in IJsland. Twee weken waarin er van alles in mij begon te verschuiven, als de twee tektonische platen die onder IJsland liggen en langzaam maat gestaag van elkaar drijven.

Tijdens die twee weken en daarna bewoog er van alles in mij, best verwarrend. Het voelde als een grote golf die aanzwol. En die golf moest ik niet temperen maar de tijd geven om volledig uit te rollen, dat voelde ik duidelijk. Ik heb daarna een aantal keuzes gemaakt die onder andere hebben geleid tot het vinden van een plek waar ik me voor het eerst echt helemaal thuis voel. (Zoiets weet je pas echt als je het verschil kunt voelen met eerdere plekken die ‘thuis’ werden genoemd.)

Een dijkwoning aan de Waddenzee. Mijn thuis aan zee. En mijn praktijk ‘Sessies aan Zee’ aan zee. De plek waar ik de vrijheid en ruimte ervaar, waar de natuur en de elementen het voor het zeggen mogen hebben en waar ik het onzichtbare lijntje met IJsland voel. ’s Nachts zie ik bij helder weer vanuit mijn slaapkamerramen in de verte de schijnsels van de vuurtorens van Vlieland en Terschelling (en soms zelfs Texel) voorbij schieten. Ik denk dat Matroos hier ook best zou willen wonen, als hij niet op zee was. :-)

Gisteren, in een sessie die ik gaf, speelde een jeugdfoto van een cliënt een rol. En opeens dacht ik aan de foto hierboven en zag ik hoe die foto op een bepaalde manier symbool zou kunnen staan voor mijn verlangens die al waren gevormd maar nog lang niet bewust waren. Water, zee, matroos, land van sneeuw en ijs, ver weg gaan, alleen zijn, Fernweh (wat Wibe Veenbaas mij ooit zei in een sessie met hem)… Tijd om daar eens wat woorden aan te geven, vond ik.