Verbonden in de verte. Iets over oogcontact.
Naast elkaar op een bankje zitten, elkaar niet aankijken maar met een zachte blik richting de horizon die de Waddenzee scheidt van de hemel boven ons. En de verbinding is er meteen.
Oogcontact. Voor de ene persoon is een seconde (één-en-twin-tig…) al te veel, terwijl een ander een beginnend gevoel van afwijzing ervaart als zijn of haar ogen tien of twintig seconden geen geruststellende ogen tegenover zich vinden.
“Wist je dat je elkaar niet hoeft aan te kijken om toch de connectie te voelen?” Dat wil mijn cliënt wel eens proberen. Dit oefenen en zelf ervaren, blijkt een ware eyeopener. Hij merkt zelfs dat hij de verbinding sterker ervaart, omdat ‘iets in hem’ niet meer zo alert hoeft te zijn, vanuit het idee altijd maar te ‘moeten’ reageren op oogcontact.
We zitten op het bankje aan zee. Verderop ligt Vlieland links en Terschelling rechts, weten we. We spreken af dat onze ogen elkaar kilometers verderop gaan ontmoeten. Daar ergens op het laatste stukje water tot de horizon tussen beide eilanden. Samen co-dissociëren, verbonden in de verte. En de rest gaat vanzelf.