Helter skelter
Dikke buizen, geverfd in ijzermenie. Trappers die nauwelijks een rondje kunnen maken. Een stuur wat met moeite wil draaien. Alles groot en log en loodzwaar. Althans, voor een jongen van vier. Hij wil zo graag maar weet de skelter die hij net heeft gekregen niet in beweging te krijgen. Wat ook groot is, te groot voor hem: zijn teleurstelling waarin hij niet wordt erkend.
Een jaar gaat voorbij en neemt de teleurstelling mee. De skelter staat al een paar buitenspeelseizoenen rechtop in het tuinhuis. De jongen is inmiddels vijf jaar, nog even en hij wordt zes. Zou de tijd daar zijn? Hij gaat in de skelter zitten en krijgt er zowaar iets beweging in. Alle kracht is nodig, maar het lukt. En het zal steeds makkelijker gaan. Of niet?
Niet. Lang plezier heeft de jongen niet van z’n skelter. Ze gaan verhuizen en niet alles kan mee. Logisch toch! De woorden ‘Daar ben je nu te groot voor’ snijden door hem heen. Lang was hij er te klein voor en opeens zou hij er al te groot voor zijn. De skelter blijft achter. Een tweede teleurstelling komt onaangekondigd binnen.
De jongen heeft het vaker gehoord: “Daar ben je nog te klein voor” en “Daar ben je nu te groot voor”. Woorden die hij niet kan begrijpen, niet kan vatten. Verwarring alom. Helter skelter. Binnenin de jongen vliegt het alle kanten op, zonder dat hij beweegt. Hij houdt de beweging binnen.
Hij kan bewegen maar kan niet bewegen. En als hij het al zou kunnen dan houdt de goedbedoelde, dagelijkse non-verbale boodschap “Doe maar niet.” hem op z’n plaats.
De verwarrende boodschappen, al dan niet uitgesproken, vormen voor een kind niet bepaald een uitnodiging om onbevangen de wereld tegemoet te treden. Wel voeden ze in de jongen zijn beschermende delen, die sowieso al vroeg waren ontkiemd en er florissant bijstaan. Zijn Managers en Fire Fighters (Internal Family Systems) kennen het klappen van de voorwaardelijke zweep.
Een nieuw huis, een nieuwe woonplaats, een nieuwe taal, een nieuwe school. Enkele van de jongen zijn beschermers maken een groeispurt. Ze groeien snel en hoog, tot voorbij de wolken, waar ze kunnen ontspannen in een eigen gecreëerde wereld. Een wereld waar zijn onbevangenheid, creativiteit, moed en verbinding alle ruimte hebben om de jongen onvoorwaardelijk zichzelf te laten zijn. Daar is het ver weg, mooi, fijn en veilig.
Twee of drie jaar later mag hij het nog eens dunnetjes overdoen, in een verkeerstuin in Delfzijl. Nog vele jaren later koopt de jongen voor z’n kleindochter een driewieler. En, dat weet hij nu al, als de tijd daar is, iets op vier wielen. Hoe heet het ook al weer… Iets met sk… En de foto... ergens in een verkeerstuin in Delfzijl .