Een verhaal over IFS en een achtjarig jongetje dat Klaas heet.
“Buurvrouw, uw zoontje is alle krokusjes aan het vertrappen.” Verwijtende woorden uit de telefoonhoorn in mijn moeders hand. Haar zoontje? Die altijd zo braaf is? Zo makkelijk, zo stil?
Dit is een verhaal over IFS en een achtjarig jongetje dat Klaas heet.
Ik was een jaar of acht en heb me destijds diep geschaamd. Zo was ik niet, werd me duidelijk gemaakt.
Toch had ik geen spijt. Wat ik had gedaan was fout maar klopte wel. Een reactie uit onmacht op iets wat niet oké voelde thuis. Krokusjes in andere tuinen hoefden zich geen zorgen te maken.
Dat me niet werd gevraagd wat eraan scheelde, voelde meer als een straf dan de straf die ik kreeg. Zo ging dat thuis. Echt praten deden we niet. De mantel der beknellende liefde zat ons als gegoten. (Dit is overigens geen beklag over mijn ouders of jeugd.)
In Klaas waren ondertussen diverse beschermers actief. Geboren uit imprints die als traumatisch waren ervaren en verzameld in diepe lades van het impliciete (lichaams-)geheugen.
Mijn favoriete beschermer was degene die mij kon laten verdwijnen en meevoeren naar een veilige, oneindige ruimte. Ik vluchtte vaak en graag in letters, woorden, verhalen, tekeningen.
Soms werd deze manager geprezen om z’n creatieve uiting. Wie écht keek, zag niet zelden een functionele (en tot op zekere hoogte geaccepteerde) vorm van dissociatie.
Mijn firefighter liet zich zelden zien en áls hij dat deed, maakte hij zich niet geliefd. Maar firefighters zijn daar tegen bestand. Hij sliep met één oog open, wetende dat Klaas’ antennes continu veel oppikten, zeker zijn gewonde delen. Ook triggers.
Zo kwam het dat in een achtertuin in Heerenveen in de 70-er jaren een veenbrand die al tijden woedde, opeens bovengronds kwam. Toevallig precies daar waar ook krokusjes groeiden.
De hitte van de exiles deed het traliewerk waarachter ze waren weggestopt smelten. In vlammen vonden ze hun weg naar buiten. Voordat de firefighter het sein ‘brandmeester’ wilde geven, moest eerst alle binnengehouden energie verbruikt. Een jochie van acht…
Laatst was ik in de supermarkt en als je er op let (niet doen!) zie je best vaak hoe bij zeer jonge kinderen ter plekke beschermers kunnen ontstaan of zelfs al in functie zijn.
Krijsende beschermertjes in een winkelwagentje; draakjes die diep van binnen gewoon vastgehouden willen worden.
Of beschermers vermomd als onbeweeglijke muurbloempjes, verlangend naar wat extra druppels aandachtswater om in hun volle natuur te kunnen bloeien.
Een deel in mij wil dan zo’n kleintje reguleren. Wat ik niet doe. Het is een oefening in non-reactiviteit voor sommige van mijn beschermers.
Dat lukt omdat ik in mijn werk bijdraag op een manier die mij beter past. Via Sessies aan Zee draag ik uit en leef ik voor wat baby’s en kindjes willen. En… wat jonge gekwetste delen in ons, grote mensenkinderen, nog steeds nodig hebben. De dag over de pre-verbale wereld van baby's is daar een goed voorbeeld van. En de weekendworkshop over gehechtheid natuurlijk. Om stukje bij beetje te kunnen helen. Om, als de tijd daar is, het cadeautje in het trauma te kunnen uitpakken.